Monday, February 10, 2014

Als Twee Neutronensterren



Sinds ik jullie heb verwaarloosd en nooit meer iets post op mijn plaatsje op het wereldwijde web, heb ik besloten om een oud verhaal te posten. Het is misschien niet recent en zeker niet het allerbeste wat ik ooit geschreven heb, maar omdat ik een lichtelijk schuldgevoel gekregen heb post ik toch maar iets. Het is eigenlijk een proloog van een van mijn vele pogingen om een verhaal te schrijven.


We lagen op onze heuvel, de heuvel waar we al jaren samen kwamen. Zijn sierlijke handen streken teder door mijn haar. De vezels van zijn wollen trui prikten tegen mijn wang, mijn hoofd lag op zijn borst, ik kon zijn hart horen kloppen. Zonder enige aankondiging verhief hij zijn torso en ging rechtop zitten, hij zuchtte. Ik tilde mijn hoofd, die nu op zijn schouder lag, op om te kijken wat er was, zijn donkergroene ogen waren vochtig geworden. Struikelend over zijn woorden en met een gebroken stem zei hij:
‘Luna, ik houd zielsveel van je en ik weet niet hoe ik het moet vertellen, mijn vader heeft een baan aangeboden gekregen in Amerika en ik ga mee’.
Mijn ogen vulden zich met tranen en voor een korte tijd wist ik niet wat ik moest zeggen. Met enige moeite slaagde ik erin om de juiste woorden te vinden en zei: ·‘Je hoeft toch niet met ze mee te gaan, Eric?’
‘Ik had ze verteld dat ik hier wil blijven, samen met jou. Alleen ze willen ze mij niet kwijt, na het ongeluk van Christian’.
Christian was zijn broer, die een jaar geleden na een avond uit niet meer was thuis gekomen. De volgende ochtend stonden er politieagenten voor de deur van Eric’s ouders om te vertellen dat hun zoon die nacht betrokken was bij een auto-ongeluk en door zijn verwondingen om het leven was gekomen.
Ik wilde nog zoveel dingen weten, alleen was ik bang voor de antwoorden die zouden volgen op mijn vragen. Iets vertelde mij dat ik het wel moest vragen, anders zou ik er nooit achterkomen. Met enige aarzel stelde ik toch de vraag:
‘Maar, wanneer gaan jullie dan weg?’
Hij ademde diep in en zijn longen vulden zich met zuurstof. Bijna huilend gaf hij antwoord: ·‘Morgen, we vertrekken morgen’.
Het antwoord wat ik gevreesd had kwam binnen als een mokerslag. Ik had nog maar een avond met de enige persoon die al mijn geheimen en onzekerheden kende. Morgen zou hij er niet meer zijn.
De zon verdween en te sterren begonnen te stralen, sterren die er altijd waren en nooit naar Amerika zouden emigreren, voor een moment wenste ik dat Eric en ik twee neutronensterren zouden zijn. Twee neutronensterren die elkaars warmte konden voelen en door elkaars zwaartekracht werden aangetrokken, die steeds sneller om elkaar heen draaiden en uiteindelijk vergroeiden tot één ster. Alleen hadden wij deze mogelijkheid niet, wij werden uit elkaar gehaald vlak voor we onafscheidelijk werden.

0 reacties:

Post a Comment